De filosofen van Van Duyl - de uitspraken uitgelegd
IMG_20250329_152951_HDR-min

Omdat er onder bezoekers veel interesse is in de diverse uitspraken van de filosofen uit de tentoonstelling, zetten we ze hierbij op onze website

Rudolf Agricola (1443-1485)

“De ware kracht van het denken ligt niet in de zekerheid van kennis, maar in het onophoudelijke verlangen om het onbekende te begrijpen.”

Deze quote speelt in op Agricola’s invloed op de humanistische heropleving van klassieke studie en zijn streven naar kennis door middel van kritisch en analytisch denken. Hij stond bekend om zijn nadruk op de studie van de oude Griekse en Latijnse teksten, maar vooral ook om zijn nieuwsgierigheid en de constante zoektocht naar waarheid. Het idee dat kennis niet eindigt bij zekerheid, maar leeft in de voortdurende zoektocht, sluit aan bij zijn humanistische overtuiging van het belang van intellectuele nieuwsgierigheid.

Arthur Schopenhauer (1788-1860)

“Het grootste ongeluk van de mens is niet het lijden zelf, maar de illusie dat het ooit kan verdwijnen.”

Deze quote speelt in op Schopenhauer’s visie dat lijden inherent is aan het bestaan en voortkomt uit de onafgebroken verlangens die de mens aandrijven. In plaats van te zoeken naar een wereld zonder lijden, stelt hij dat het grootste lijden komt van de verwachting dat lijden ooit volledig zal verdwijnen. De ware uitdaging, volgens Schopenhauer, is het leren accepteren en omgaan met de onvermijdelijkheid van lijden, in plaats van te dromen van een perfecte, toekomst zonder lijden.

Hannah Arendt (1906-1975)

“De ernstigste misdaad is niet de misdaad die de wet schendt, maar de misdaad die de menselijkheid zelf schendt.”

Deze uitspraak reflecteert Arendt’s diepgaande filosofie over de ethiek van menselijke acties, vooral in de context van haar werk over totalitarisme en de menselijke conditie. Ze benadrukt hier dat de ergste misdaden niet noodzakelijkerwijs juridisch zijn, maar diegene die onze gezamenlijke menselijke waarden en de waardigheid van anderen ondermijnen. Dit gaat verder dan wetten en raakt aan de fundamentele verantwoordelijkheid van individuen om hun medemensen met respect en menselijkheid te behandelen.

Michel Foucault (1926-1984)

“Waar macht is, is ook weerstand.”

Deze uitspraak benadrukt een van Foucault’s centrale ideeën: macht is nooit absoluut of eendimensionaal. Waar er machtsstructuren zijn, ontstaan er altijd mogelijkheden voor verzet, zelfs als die weerstand zich op subtiele en onvoorspelbare manieren kan manifesteren. Het is een kritiek op traditionele opvattingen van macht als iets dat van bovenaf wordt opgelegd, en benadrukt de dynamische, vaak complexe relatie tussen macht en weerstand in sociale systemen.

Voltaire (1694-1778)

“Het ware gevaar voor de vrijheid is niet de tirannie van anderen, maar de bereidheid van onze eigen geest om het te accepteren.”

Deze quote speelt in op Voltaire’s scherpe kritiek op religie, autoriteit en de tirannie van dogma. Hij was een voorvechter van vrijheid van denken en geweten, en deze quote benadrukt dat echte vrijheid begint bij het kritisch nadenken en het weigeren om onterechte autoriteit te aanvaarden—niet alleen van anderen, maar ook van de gedachten die we zelf onterecht accepteren. Het is een oproep tot constante waakzaamheid tegen zowel externe als interne onderdrukking.

Ludwig Wittgenstein (1889-1951)

De grenzen van mijn taal betekenen de grenzen van mijn wereld.”

Wat Wittgenstein hiermee bedoelt, is dat de taal die we gebruiken, de manier waarop we de wereld begrijpen en ervaren, bepaalt. Als we niet over bepaalde concepten of ervaringen kunnen spreken, dan kunnen we die ook niet echt begrijpen of ermee omgaan. De taal vormt dus onze perceptie van de werkelijkheid.

Jean-Paul Sartre (1905-1980)

De hel, dat zijn de anderen.”

Deze uitspraak komt uit zijn toneelstuk Huis Clos (1944), waarin de personages zich bevinden in een afgesloten kamer die, in plaats van fysieke pijn, morele en existentiële marteling biedt. Sartre bedoelt hiermee dat de manier waarop anderen ons zien, oordelen en ons in hun perspectief plaatsen, ons vaak tot een gevangenis maakt. We kunnen niet ontsnappen aan de invloed van de blik van anderen, en dat kan heel verstikkend zijn.

Het is een diepgaande reflectie over de menselijke conditie en de manier waarop we onszelf en anderen ervaren in sociale situaties. Het spreekt over de vrijheid van het individu, maar ook over de beperkingen die sociale relaties met zich meebrengen.

Hildegard von Bingen (1098-1179)

“De mens is een microkosmos, een weerspiegeling van de gehele schepping.”

Hildegard von Bingen, een middeleeuwse abdis, mystica en geleerde, zag de mens als een spiegel van de grotere kosmos. Ze geloofde dat de innerlijke gezondheid van een persoon in balans moest zijn met de natuur en het universum om welzijn te bevorderen. Haar filosofie was holistisch, waarbij ze lichaam, geest en ziel als één geheel beschouwde. Haar benadering van gezondheid en spiritualiteit werd zowel wetenschappelijk als mystiek geïnspireerd, en ze was een van de eersten die het belang van de verbinding tussen mens en natuur zo benadrukte.

Dit idee dat de mens een afspiegeling is van de kosmos is niet alleen een spirituele gedachte, maar heeft ook invloed gehad op haar geneeskundige werk en haar opvatting over de rol van kruiden en natuur in genezing. Het blijft een diepzinnige en krachtige boodschap die de interconnectie tussen alles in het leven benadrukt.

Simone de Beauvoir (1908-1986)

“Vrijheid begint niet bij het recht om te kiezen, maar bij het lef om jezelf opnieuw uit te vinden.”

Deze quote speelt in op de existentiële filosofie van De Beauvoir, die benadrukte dat vrijheid niet slechts een externe conditie is, maar een interne verantwoordelijkheid. Het idee dat we voortdurend moeten herdefiniëren wie we zijn en wie we willen zijn, sluit aan bij haar visie op het zelf als een voortdurende “worden”, in plaats van een vaststaand gegeven.

Martha Nussbaum (1947)

“Ware rechtvaardigheid begint niet met het veranderen van structuren, maar met het veranderen van het vermogen om ons in anderen te verplaatsen.”

Deze quote sluit aan bij Nussbaum’s benadering van capaciteiten benadering (capabilities approach), waarbij ze betoogt dat het welzijn van een individu niet alleen afhankelijk is van materiële middelen, maar ook van de mogelijkheid om zich emotioneel en cognitief te verbinden met anderen. Het gaat niet alleen om het aanpassen van systemen, maar om het verdiepen van onze gezamenlijke empathie en zorg voor elkaar.

Hélene Cixous (1937)

“Schrijf niet om te ontsnappen, maar om te ontdekken wie je bent in het moment dat je woorden uitspreekt.”

Deze quote weerspiegelt Cixous’ ideeën over schrijverschap en de relatie tussen taal en identiteit. Ze pleitte vaak voor een schrijven dat de grenzen van het conventionele doorbreekt en de stem van de vrouw bevrijdt, maar ook voor een schrijven dat zelfontdekking en het verkennen van nieuwe betekenissen mogelijk maakt. Het gaat niet om escapisme, maar om het ontmantelen van oude vormen en het creëren van nieuwe manieren van denken en zijn.

Shulamith Firestone (1945-2012)

“De basis van de onderdrukking van vrouwen is de voortplanting.”

Deze uitspraak is een belangrijk uitgangspunt in haar werk. Firestone betoogde dat de biologische rol van vrouwen in de voortplanting de fundamenten legde voor hun sociale en politieke onderdrukking. Ze pleitte voor het uitbannen van de biologische beperkingen die vrouwen onderdrukken door technologische vooruitgang die het mogelijk zou maken om de reproductie los te koppelen van het vrouwelijke lichaam. Haar ideeën waren radicaal voor haar tijd en hadden een diepgaande invloed op feministische theorie.

Peter Sloterdijk (1947)

“De vrijheid van de mens ligt niet in het loslaten van de wereld, maar in het leren ademen door de chaos die hij zelf creëert.”

Deze quote speelt in op Sloterdijk’s idee van sferen en de complexiteit van menselijke vrijheid. In zijn werk benadrukt hij dat de mens altijd binnen een context leeft, een soort ‘atmosfeer’ of ‘sfeer’ waarin hij handelt. Vrijheid is dus niet het ontsnappen aan de chaos van het bestaan, maar het vermogen om juist binnen die chaos ruimte voor zichzelf te maken, om te leren ademen in de complexiteit van de wereld die we mede creëren. Het is een actieve, levendige betrokkenheid met de wereld, eerder dan een loskoppeling ervan.

Bernard- Henri Lévy (1948))

“De waarheid is geen doel om te bereiken, maar een weg die altijd onvolledig is, en juist in die onvolledigheid schuilt de menselijke verantwoordelijkheid.”

Deze quote weerspiegelt Lévy’s filosofische benadering van waarheid, ethiek en de menselijke conditie. Hij is vaak kritisch over de neiging om absolute waarheden te claimen, en benadrukt in plaats daarvan de morele verplichting die we hebben om in een wereld van complexiteit en onzekerheid te handelen. De menselijke verantwoordelijkheid ligt volgens hem niet in het beheersen van de waarheid, maar in het blijven zoeken, twijfelen en streven naar gerechtigheid, zelfs wanneer die onvolledig of onbereikbaar lijkt.

Op de hoogte blijven?

Meer nieuws

Wybe Wiersma

Groningse muziek in Pictura

Wybe Wiersma, componist en muzikant (ook bekend als The Last Mandrill), verzorgt van april tot juni 2025 een serie concerten in Groningen, waarin originele composities

Boekpresentatie Bart Adjudant

Op donderdag 27 maart a.s. vindt bij Pictura  de presentatie plaats van Een vers is als een vat gedestilleerd, de nieuwe bundel van Bart Adjudant. De